Beoordeel organisaties niet op hun woorden, maar op hun daden

28 september 2017
Opinie
Door: prof. dr. mr. Marcel Pheijffer RA

De politieke Pavlov-reactie na incidenten laat zich raden: meer regulering, meer toezicht. Waar incidenten uitblijven: meer zelfregulering, minder toezicht. Martin de Bree schreef er in september een prima opinie over in het FD. Zijn stelling dat juist zelfregulering een actieve rol van de overheid vergt, onderschrijf ik. Het is echter een stelling die niet altijd in de praktijk wordt gebracht. Zo heeft de overheid in het verleden te veel vrijheid en ruimte verleend aan bijvoorbeeld de trustsector. Een sector waar de overheid — gedwongen door een reeks aan incidenten en onthullingen (Panama papers) — thans de touwtjes aantrekt.

Voorts wijst De Bree op het verschijnsel van de ‘papieren werkelijkheid’. Een thema waar ik in deze bijdrage graag op wil voortborduren. Omdat ik in de praktijk op dit punt veel naïviteit tegenkom. En dan niet eens zozeer bij de overheid, maar vooral bij degenen die verantwoordelijk zijn voor maatregelen op het gebied van het maken van governance- en gedragcodes, certificaten en keurmerken, beleids-, project- en actieplannen. Zij geloven te veel in ‘letters op papier’.

Die maatregelen zijn — uiteraard — allemaal goed bedoeld en er worden binnen de trustsector zeker stapjes in de goede richting gezet, maar ook niet meer dan dat. Het gaat te vaak om het plakken van flinterdunne pleisters op gapende wonden. Daarvoor zijn diverse redenen te noemen. Om te beginnen de constatering dat veel van die maatregelen niet van binnenuit komen, maar onder druk van de buitenwereld zijn afgedwongen. DNB vroeg al enige tijd om uitbreiding van haar toezichtsinstrumentarium ten aanzien van de trustsector, waarna branchevereniging Holland Quaestor schoorvoetend begon te bewegen. De onthullingen van de Panama papers (2016) fungeerden als katalysator voor verdere verandering en diepgaandere maatregelen, zowel in de vorm van wetgeving als via zelfregulering.

De tweede reden bouwt voort op de eerste: interne weerstand voorafgaande aan de invoering van maatregelen zoals een code en een keurmerk, blijft onderhuids aanwezig en ettert door. Binnen de trustsector is de houding tegen de bemoeizucht van de wetgever en toezichthouder altijd hautain geweest. Zo van: ‘Waar bemoeien ze zich mee? Wij weten zelf wel wat goed is. Voor onze cliënten, voor onszelf, voor de maatschappij.’ Een dergelijke houding stel je niet bij met een beleids-, project- of actieplan. Afscheid nemen van weerstand noopt tot afscheid nemen van degenen met de beschreven houding, hetgeen in de praktijk lang niet altijd en overal meevalt.

De derde reden ligt eveneens in het verlengde van de voorgaande: veranderen en het nemen van maatregelen slaagt vaak niet als je dat doet met degenen die medeverantwoordelijk zijn voor de noodzaak tot veranderingen. Partners en bestuurders van trustkantoren die in het verleden waren betrokken bij incidenten, staan nu bij Holland Queastor op de kansel te preken over integriteit, een keurmerk en de poortwachtersrol van de sector.

Vorige week verhaalde deze krant over een uitspraak in de kwestie Intertrust/Monte Christo. De rechter neemt in die zaak in relatie tot Intertrust woorden in de mond als ‘onwaar’ en ‘niet te goeder trouw’ en stelt dat er sprake is geweest van een ‘oneerlijke proceshouding’. Dit alles weliswaar in een ver verleden, maar de feiten van toen worden in mei van dit jaar door de advocaat van Intertrust nog steeds verdedigd. Je bent als bestuurder van een trustkantoor en branchevereniging pas geloofwaardig als je spreekt over integriteit, een keurmerk en de poortwachtersrol indien je ook voor oude zaken verantwoordelijkheid neemt en die netjes afwikkelt. Je advocaat recht laten praten wat evident krom is, valt niet onder de definitie van netjes. Kortom: walk the talk.

Het is slechts één voorbeeld. Maar er zijn er vele, en zeker niet alleen ten aanzien van de trustsector. Het punt dat ik wil maken kan ook worden geïllustreerd aan de hand van voorbeelden uit bijvoorbeeld de fiscale dienstverlening of het notariaat. Dergelijke sectoren, hun beroepsorganisaties, brancheverenigingen en bestuurders dienen niet te worden beoordeeld op basis van hun woorden, maar van hun daden. Vaak verzanden zij in goede bedoelingen, wollige beleidstaal en vooral het produceren van veel papier.

Maar om fundamentele problemen en de dieperliggende oorzaken binnen dergelijke sectoren aan te pakken is veel meer nodig. Bij zelfregulering hoort niet alleen een actieve overheid. Zelfregulering start met zelfreiniging. Tot aan de hoogste niveaus.

Deze column is eerder gepubliceerd in Het Financieele Dagblad, ‘Beoordeel organisaties niet op hun woorden, maar op hun daden’, d.d. 13 september 2017.

Bron: nieuwsbrief Nyenrode Corporate Governance Instituut, september 2017.

Artikelen en columns gepubliceerd op de website en in de nieuwsbrief van het NCGI weerspiegelen niet per definitie een algemene visie van het NCGI, maar worden door auteurs op persoonlijke titel geschreven. Wenst u te reageren dan kan dat naar ncgi@nyenrode.nl

Nyenrode Nieuwsbrief

Nyenrode deelt kennis met nieuwsgierige professionals. Abonneer je op News@Nyenrode voor al het Nyenrodenieuws.