Getting things done. Dat is volgens hoogleraar Bob Hoogenboom en gastdocent Pier Eringa de rode draad in de module Government en Corporate Govenance, dat onderdeel uitmaakt van de Modulair Executive MBA in Public & Private van de Nyenrode Business Universiteit. De module gaat in op de vraag wat goed bestuur is en hoe je dat voor elkaar krijgt. Dat blijkt in de praktijk niet altijd even makkelijk. Maar, zo zeggen Hoogenboom en Eringa, aan de horizon gloort hoop.
De stikstofproblematiek, de toeslagenaffaire, de klimaatcrisis. Het zijn voorbeelden van belangrijke dossiers waarbij de overheid niet in staat lijkt om doortastend op te treden. Het laat ook zien dat het ideaalbeeld van een overheid die alles voor elkaar krijgt aan het afbrokkelen is. Bob Hoogenboom legt uit hoe dat komt. ‘Door de marktwerking is de rol van het bedrijfsleven in de loop der jaren steeds groter geworden. Gevolg daarvan is dat politiek en economie te veel met elkaar verweven zijn geraakt, waardoor de onafhankelijkheid van de publieke sector in het geding is. De gasboringen in Groningen zijn een goed voorbeeld van hoe publiek-private samenwerking leidde tot economische groei, maar waarbij de belangen van inwoners werden genegeerd.’ ‘Goed besturen betekent dat je dingen voor elkaar krijgt,’ vindt Hoogenboom. ‘Oftewel getting things done. En dat is precies waar de schoen wringt. De overheid lijkt de afgelopen jaren weinig voor elkaar te krijgen. Ik zeg weleens dat mensen onderweg naar hun doel vastlopen in de grindbak. Goed besturen wil ook zeggen dat overheid en bedrijfsleven fungeren binnen de grenzen van de rechtsstaat en dat doen op een fatsoenlijke manier. Aan die fatsoenlijkheid schort het de laatste tijd nogal; denk maar eens aan de toeslagenaffaire.’
Moreel kompas
Pier Eringa is voorzitter van de raad van bestuur van Gelre ziekenhuizen en sinds enkele maanden ook president-commissaris van Ajax. Daarnaast is hij als gastdocent verbonden aan Nyenrode Business Universiteit. Hij legt uit wat in zijn ogen nodig is om het tij te keren. ‘Er zijn in de bestuurskamers meer onafhankelijkheid, lef en moed nodig. Dat geldt overigens ook voor mensen in de uitvoerende organisatie. Veel mensen zijn loyaal aan het grotere geheel, maar vergeten daarbij dat zij ook nog een individuele verantwoordelijkheid hebben. We noemen dat ook wel het moreel kompas.’ ‘De kunst is om je doel voor ogen te houden en wat mij betreft mogen mensen daarbij best wat meer de grenzen opzoeken. Ik vergelijk het weleens met voetbal: je mag best af en toe een tackle uitdelen, maar je moet voorkomen dat je een rode kaart krijgt.’
Hoopvol
Naast de individuele verantwoordelijkheid, is ook de culturele component volgens Hoogenboom en Eringa van belangrijke invloed op het functioneren van een organisatie of overheidsorgaan. ‘Naast een formele werkelijkheid, die vaak gepaard gaat met de meest prachtige verhalen, is er ook de echte wereld. Een wereld waarin organisatieculturen en informele macht een grote rol spelen,’ legt Hoogenboom uit. ‘Die culturen kunnen functioneel of juist disfunctioneel zijn. De laatste tijd is er veel aandacht voor de zogeheten “angstculturen” waarin mensen klein worden gehouden en waarin ze geen weerstand durven bieden aan leidinggevenden en bestuurders.’ Toch vinden Hoogenboom en Eringa het hoopvol dat er steeds meer aandacht komt voor het bouwen aan veilige organisatieculturen waarin ruimte is om te zeggen wat je vindt, ook als dat lastige gesprekken oplevert. ‘Een mooi voorbeeld daarvan vind ik de toenemende inspraak en senioriteit van verpleegkundigen in ziekenhuizen,’ zegt Eringa. ‘Nog niet zo lang geleden waren de hiërarchische verschillen groot en waren het de artsen die de scepter zwaaiden. Daar komt nu verandering in en dat vind ik een positieve ontwikkeling.’
Conceptueel denken
De module Government en Corporate Govenance helpt deelnemers inzicht te krijgen in de krachten die de onderlinge verhoudingen in de publieke- en private sector beïnvloeden. Ook krijgen ze handvatten mee om van daaruit (beter) om te gaan met hun eigen positie. Hoogenboom: ‘Wat we deelnemers vooral willen leren is om conceptueel te denken. Je ziet vaak dat deelnemers zich op een concreet probleem focussen, terwijl ze naar de context moeten leren kijken. Wat speelt er binnen het grotere geheel? We reiken deelnemers handvatten aan om het krachtenveld te beïnvloeden. Denk bijvoorbeeld aan het inzetten van de media of zorgen dat er over een onderwerp Kamervragen worden gesteld.’ Naast het bestuderen van literatuur, krijgen de deelnemers college van verschillende gastdocenten, die vaak zelf als bestuurder werkzaam zijn. ‘Bijzonder is dat deze gastdocenten niet alleen hun successen, maar ook hun twijfels en onzekerheden delen,’ gaat Hoogenboom verder. ‘En juist dat is voor deelnemers ontzettend leerzaam.’ De colleges worden afgewisseld met groepsopdrachten waarin deelnemers met elkaar de interactie opzoeken. ‘Het leuke is dat niet alleen de deelnemers van elkaar leren, maar dat wij er als docent vaak ook nog wat van opsteken,’ besluit Eringa.
Prof. dr. Bob Hoogenboom is hoogleraar Forensic Business Studies aan Nyenrode Business Universiteit. Hij maakt deel uit van het Nyenrode Faculty Expertisecenter Accounting, Auditing & Control. Hij is momenteel betrokken bij het Instituut voor Forensische Accountancy, lid van Transparency International Nederland en van de Nederlandse Vereniging voor Inlichtingenonderzoek (NISA).
Dit artikel is eerder verschenen op Publiek Denken.