Wat een halve zool te zeggen heeft

Frieda van der Heijden vertelt over haar archeologische vondst op landgoed Nijenrode
Publicatiedatum: 12-12-2022

De geschiedenis is opgebouwd uit grote en kleine gebeurtenissen waarvan verreweg het grootste deel direct na het plaatsvinden in de vergetelheid belandt. Het verhaal van Nyenrode is daarin niet anders. In de afgelopen jaren zijn er bijzonder veel archeologische vondsten gedaan. Deze parels uit de geschiedenis worden zorgvuldig bewaard op landgoed Nijenrode. Vandaag overhandigde Frieda van der Heijden, Information Professional bij Nyenrode, met veel plezier haar archeologische vondst aan Guido Vlug, erfgoedbeheerder bij Nyenrode.

We weten veel over historische eigenaren en belangrijke ontwikkelingen van Nyenrode, maar de kleine en persoonlijke momenten zijn verloren gegaan, verdwenen achter de horizon van de levende herinnering. Eens in de zoveel tijd wordt er iets gevonden dat juist die persoonlijke verhalen weer dichter aan de oppervlakte weet te brengen. Dit is het verhaal van zo’n vondst.

Kasteel Nijenrode

Nadat Kasteel Nijenrode decennialang in gebruik was geweest als pand voor onder meer een militaire academie, een jongejuffrouwenkostschool, een telegraafopleiding en als zomerverblijf, werd het in 1906 verkocht. Drie zakenmannen uit Maarssen hadden het voornemen om het voor de sloop te verkopen. Gelukkig wist Michiel Onnes, een succesvolle koffiehandelaar uit Amsterdam, de afbraak van ons mooie kasteel te voorkomen. Hij kocht het kasteel en het landgoed en besloot het in oude glorie te herstellen. Met behulp van een flinke dosis enthousiasme, een grote zak geld en de expertise van architect Egbert Wentinck werd het kasteel teruggebracht naar de grandeur van de zeventiende eeuw. Zoals het Utrechtsch Nieuwsblad het in 1941 verwoordt: “… voor de zooveelste maal verrees Nyenrode [onder Onnes] uit zijn vernedering en ditmaal schooner dan ooit tevoren.” (UN 18 oktober 1941) Wel werd kasteel Nijenrode uitgerust met extra luxe en moderne snufjes. Onnes, die al in 1901 op een motorfiets reed en slechts twee jaar later een van de eerste autobezitters van Nederland werd, hield behalve van geschiedenis ook erg van technologie. Hij overzag een volledige restauratie en renovatie van Kasteel Nijenrode en het landgoed die in 1920 werden afgerond.

Archeologische vondst

Afgelopen zomer, op een warme, zonnige dag, trof Frieda van der Heijden achter het bibliotheekgebouw van Nyenrode een stukje aan van een schoenzool. Na een kleine zoektocht bleken er nog meer schoenfragmenten te liggen. Een schoenenexpert, werkzaam bij het Schoenenmuseum in Waalwijk, wist de fragmenten op basis van de vorm van de zolen te dateren naar de periode 1900-1910. De schoenen, mogelijk twee stuks, zullen ergens tussen 1900 en 1920 verloren of gedumpt zijn op het landgoed. “Het is best bijzonder dat een object van organisch materiaal meer dan honderd jaar bewaard blijft in de relatief goede staat waarin deze schoenen verkeren – ze kunnen weliswaar niet meer zomaar worden aangetrokken, maar het is onmiddellijk duidelijk dat het hier schoenen betreft”, vertelt Frieda enthousiast.

Hoewel een datering helpt, heeft het trachten te achterhalen van de eigenaar van een schoen heel wat voeten in de aarde: “We kunnen opmerken dat het ten minste één en misschien wel twee schoenen betreft. De schoenen zijn van leer en zijn machinaal gestikt (dat zien we aan de regelmaat van en de afstand tussen de stiksels). Ze hebben een smalle leest en een spitse neus. Er zijn negen gaten voor veters. Er is een leren riempje. Een denkbeeldige reconstructie levert halfhoge bruine lederen schoenen op met veters en een riempje met een gesp, ongeveer maat 35. Deze schoenmaat wordt vandaag de dag gedragen door kinderen van rond de 10, maar een eeuw geleden was het de gemiddelde maat van een volwassen vrouw”, licht Frieda toe.

Een duik in het fotoarchief uit de periode 1900-1920 laat zien dat minstens de helft van de mensen uit de arbeidersklasse doorgaans op klompen liep. Rijke dames droegen vaak open schoenen zoals pumps, of schoeisel van dure materialen: "de lederen schoenen van het type zoals het op landgoed Nijenrode gevonden (exem)p(l)aar, werden gedragen door mensen uit alle lagen van de maatschappij. Het was niet alleen een periode waarin rokken korter werden en daarmee ook vrouwenschoenen plotseling zichtbaar, maar ook een tijd waarin wandelen een populaire recreatieve activiteit werd: stevige en comfortabele maar elegante schoenen werden gedragen door iedereen”, legt Frieda uit. Dit betekent dat de schoenfragmenten ons op dit punt in het ongewisse laten: “het gaat zo ver als ‘t voeten heeft.”

Het verhaal van Marretje van Schaik*

Oude bevolkingsregisters geven ander soort informatie en nemen ons mee naar het begin van de 20ste eeuw. Frieda vertelt het historische fictieverhaal van Marretje van Schaik. “Marretje werd geboren in 1879 in een koopmansgezin in Loenersloot. In 1911 overleed haar vader, waarna Marretje het hoofd van het gezin werd. Ze was werkzaam als dienstbode bij kasteelheer Michiel Onnes en zijn vrouw Jeanette Cornelia Cockuijt. Het was vrouwe Cockuijt die de scepter zwaaide in het huishouden op kasteel Nijenrode en was daarmee verantwoordelijk voor het personeel. Zij stond bekend als een bijzonder strenge werkgever. Het verhaal gaat zelfs dat de meisjes flink moesten doorschrobben om vóór twaalf uur bij de trap aan te komen, waar Jeanette hun lunch had laten plaatsen. Om twaalf uur werden de honden losgelaten en werd de lunch door de altijd hongerige dieren opgegeten. Op de zolder van het kasteel was er bovendien nog een reden om het werk zo snel mogelijk af te ronden: er waren geruchten dat het er spookte. Het was dus flink aanpoten als dienstmeid op Kasteel Nijenrode.”

“De werkomstandigheden onder vrouwe Cockuijt waren dusdanig dat Marretje elke dag met lood in de schoenen naar haar werk ging. De dienstmaanden- en jaren passeerden, maar nooit wist Marretje bij haar werkgeefster in de gratie te komen. Ondanks herhaalde pogingen tot het behalen van een wit voetje bij vrouwe Cockuijt, brandde de grond haar onder de voeten. Steeds als er iets niet goed schoon was, kreeg Marretje de schuld en ook als er een waardevol object was verdwenen, kreeg zij dit in haar schoenen geschoven. Nadat ze haar lunch voor de zoveelste keer zag verdwijnen in de magen van de honden, besloot ze de stoute schoenen aan te trekken en het stof van de voeten te schudden. De maat was vol. Zo snel als ze kon, maakte Marretje zich uit de voeten.”

“Al rennend over het landgoed, voelde ze de wind in haar haren. Eindelijk zou ze verlost zijn van dat strenge mens! Tot haar schrik voelde ze ineens dat haar veters los zaten. Dat was Marretje ten voeten uit: altijd zag ze wel iets belangrijks over het hoofd. De dienstbode struikelde, viel en belandde met haar gezicht in het gras. Haar beide schoenen was ze verloren en haar knieën deden zeer. Toen ze opkeek, zag ze het strenge gezicht van vrouwe Cockuijt. Nog meer dan voorheen zat Marretje in nauwe schoentjes. Voet bij stuk houden had geen zin meer: met hangende pootjes schuifelde ze op blote voeten terug naar het kasteel.”

“Marretje bleef nog jaren in dienst op Nyenrode. Als hoofd van het gezin was ze verantwoordelijk voor het inkomen van de familie en zeker in tijden van hoge werkloosheid in de periode van de Eerste Wereldoorlog was ze aan handen en voeten gebonden. Met haar vluchtpoging had ze zich figuurlijk in eigen voet geschoten en bleef ze op gespannen voet staan met vrouwe Cockuijt. Haar die bewuste dag verloren schoenen vond ze nooit meer terug – het zou nog meer dan honderd jaar duren voor ze weer zouden opduiken…”

* Marretje van Schaik werd in 1879 geboren in Loenersloot en overleed op 84-jarige leeftijd in 1964 in Vinkeveen. Na het overlijden van haar vader in 1911 werd zij hoofd van het gezin en werkte zijn als dienstbode. Het is mogelijk dat zij in dienst was van Kasteelheer Michiel Onnes en zijn vrouw Jeanette Cornelia Cockuijt; hier zijn echter geen feiten over bekend. De werkomstandigheden zijn fictief en gebaseerd op aannames uit geschiedenisverhalen en literatuur. 

Bronvermelding (historische) foto's

  • Een deel van de gevonden schoenfragmenten
  • Kop van een nota met verschillende type schoen, maart 1908. [Het Utrechts Archief, inv. 710276]
  • Personeel van Nyenrode, exact jaartal en fotograaf onbekend 
  • Nyenrode vanaf de Straatweg, 1905-1910. [Het Utrechts Archief, inv. 8666]
  • Marretje in het bevolkingsregister (onderaan de pagina). Bevolkingsregistratie werkgebied Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen 1900-1920, inv. nr. 1463-3.

Foto's