Om als gemeenteraadslid een strategische positie in te nemen, is het cruciaal om eerder ontwikkelde kennis en competenties verder uit te bouwen. Tijd is hierbij de meest beperkende factor, zo blijkt uit het onderzoek van René Stigt die op 12 januari promoveert. Raadsleden zijn daarom het meest gebaat bij werkend leren.
Stigt werkt als manager financial planning en control en belastingen bij Gemeente Noordoostpolder en volgde daarnaast een deeltijd promotietraject aan Nyenrode Business Universiteit. Zijn onderzoek richt zich op de cognitieve leer- en ontwikkelingspsychologie in relatie tot het realiseren van doelstellingen en ambities in het raadslidmaatschap. Cognitieve leer- en ontwikkelingspsychologie onderzoekt hoe mensen leren, zich ontwikkelen en informatie verwerken. Een opvallende conclusie uit het onderzoek van Stigt is dat de hoogst afgeronde opleiding, kennis, competenties, motivatie, ambitie en ervaring van een raadslid geen duidelijk verschil laten zien als het gaat om de ervaren zwaarte en impact van het raadslidmaatschap. Maar mensen die op deze factoren hoog scoren, kiezen wel eerder voor een raadslidmaatschap.
Focus op leren
Stigt voerde een uitgebreid literatuuronderzoek uit en interviewde 27 raadsleden en 3 griffiers uit 12 gemeenten in 6 provincies. Daarbij lag de focus op de vraag wanneer iemand het meeste leert. “De brede spreiding was een goede keuze, want ik merkte dat de dynamiek per provincie verschilt, vooral als het gaat om hoe er naar de politiek wordt gekeken. In het zuiden gaat het er wat gemoedelijker aan toe. Ook kon ik daardoor rekening houden met een afspiegeling van de samenleving.” Stigt ontdekte een belangrijk verschil tussen plaatselijke afdelingen van landelijke partijen en lokale partijen als het gaat om de inwerkperiode. “Raadsleden van lokale partijen moeten het, op een enkele uitzondering na, zonder inwerkprogramma en inwerkfaciliteiten van hun partij stellen. Dit staat in schril contrast met leden van plaatselijke afdelingen van landelijke partijen. De SP gaat daarin heel ver: deze partij stelt het volgen van hun inwerkprogramma als voorwaarde om gemeenteraadslid te kunnen worden.” Raadsleden moeten bij de start van hun aanstelling vaak direct aan de slag: ze moeten zich verdiepen in onderwerpen en daarover besluiten nemen. “Hierdoor is er nauwelijks tijd om te leren en zich te verdiepen in zoiets als financiële verslaglegging. Hoewel het belangrijk is dat je als raadslid inzicht hebt in de gemeentelijke financiën, vonden de geïnterviewde raadsleden financiële verslaglegging meer iets voor specialisten, omdat ze de materie complex en veel vinden.”
Gebrek aan tijd
Het raadslidmaatschap is voor velen een bijbaan. Toch kost dit gemiddeld zo’n 16 tot 20 uur per week. “Uit mijn onderzoek blijkt dat raadsleden van tevoren niet goed konden inschatten hoeveel tijd het kost om gemeenteraadslid te zijn en wat de impact daarvan is op hun sociale leven en hun werk. Door een gebrek aan tijd wilde niemand van de geïnterviewden naast hun rol als gemeenteraadslid nog een opleiding of cursus volgen. Maar ze waren wel enthousiast over werkend leren en ze vinden het belangrijk dat het leren aansluit bij de dagelijkse praktijk en actualiteit van het raadswerk. Hierbij zijn drie factoren van belang: de inhoud van het onderwerp, procedures en voorwaardelijke kennis. Met dit laatste wordt bedoeld dat raadsleden in staat zijn om het juiste moment te kiezen om invloed uit te oefenen.”
Liefde voor politiek
Hoewel Stigt zelf geen politieke ambities heeft, groeide hij wel op in een gezin met ouders die een grote interesse hadden in binnen- en buitenlandse politiek. “De liefde voor de politiek is er met de paplepel ingegoten en daarom heb ik ook zo genoten van het promotietraject. En hoewel het intensief was, heb ik er ook veel van geleerd. Voordat ik ermee begon dacht ik dat ik veel wist, maar inmiddels ben ik een stuk nederiger geworden.”