“Als je het leuk vindt is de kans groot dat je het goed gaat doen”

Jochem Tausch en Maxim Lenders behaalden hun propedeuse Accountancy met hoge gemiddelde cijfers. Zij behoorden hiermee tot de excellente Accountancy-studenten van hun jaargang. Als beloning trakteerde Nyenrode ze op een keuzemodule, als extra bijdrage aan hun ontwikkeling. In dat kader volgden ze dit najaar de keuzemodule Advanced Bookkeeping.

Waarom kozen ze destijds voor de opleiding Accountancy, hoe verliep hun studie tot nu toe, en hoe doe je dat eigenlijk, een excellente student worden?

Koppeling met de praktijk

Allebei vinden ze de combinatie van werken en studeren leuk. Lenders werkt als assistent accountant bij BDO. Hij noemt als voordeel van die combinatie dat je al snel verantwoordelijkheden krijgt: “Je mag meteen dingen uitvoeren en je komt in een professionele werkomgeving terecht.” Tausch studeerde eerst econometrie, maar dat vond hij veel te theoretisch. Hij stopte, werkte een half jaar bij de supermarkt en ging daarna Accountancy studeren en bij de Belastingdienst aan de slag: “Omdat je dan wel die koppeling met de praktijk hebt, zodat je wat je leert direct kan toepassen.”

Bijhouden

Op de vraag hoe hij dat nou doet, van die hoge cijfers halen, antwoordt Tausch: “Vooral goed plannen en je vakken bijhouden. Als je de colleges volgt en doet wat er gevraagd wordt voor een college, dan hoef je voor het tentamen niet extreem veel meer te doen.” Bij Lenders lukte dat niet altijd, vooral niet bij de online colleges: “Als ik thuis college volgde zat ik te googelen of andere dingen te doen, en soms ook gewoon te werken als het druk was. Dan kwam het aan op leren voor het tentamen.” Bij fysieke colleges gaat het bijhouden beter: “Je hebt dan een stok achter de deur.”

Balans

Hebben ze naast studie en werk nog tijd over voor een privéleven? Lenders: “Soms moet je veel overwerken. Maar in het weekend kan ik meestal wel leuke dingen doen. Als ik terugkijk op een periode van een paar maanden, dan heb ik een goede balans.” Eén van die dingen is een bijbaan als kok, een of twee avonden in de week: “Dat is wel werken maar voor mij ook ontspanning.” Bij de Belastingdienst is de werkdruk minder hoog, vertelt Tausch: “Aan het einde van de werkdag is het echt klaar.” Genoeg tijd voor sport of om met vrienden af te spreken.

Advanced Bookkeeping

In de hoofdfase van de Bachelor Accountancy kunnen studenten kiezen tussen óf keuzemodules óf de module Reflectie Accountantspraktijk (RAP). In RAP betrek je vraagstukken en dilemma’s uit je werk op een accountantskantoor bij je opleiding. Lenders koos voor RAP en deed de keuzemodule Advanced Bookkeeping er dus extra bij. Onderwerpen in deze keuzemodule zoals waarderingen en overnames vindt hij heel interessant. Tausch kan bij de Belastingdienst geen RAP doen en volgt daarom alle keuzemodules. Hij ziet bij Advanced Bookkeeping het duidelijkst de verbinding met de praktijk: “Advanced Bookkeeping is een mooie aanvulling op alle boekhoudvakken die je al volgt.”

Toekomstplannen

Wat zijn hun doelen voor de toekomst? Voor nu richten ze zich allebei op het nominaal halen van de opleiding. En voor de langere termijn? Lenders heeft de ambitie om partner te worden: “Het lijkt me mooi dat je dan echt jaarrekeningen kan aftekenen, waarbij je alles wat je hebt geleerd kunt toepassen, en waarbij je daarnaast ook leiding geeft. Die combinatie lijkt me interessant.” Tausch neigt ernaar om op termijn de forensische kant op te gaan, richting fraudeonderzoek. “Maar ik werk nog maar kort, drieënhalf jaar nu, dus ik ben nog een beetje zoekende wat ik precies wil.”

Motivatie

Hun belangrijkste tip voor studenten die ook zo succesvol willen studeren is eigenlijk: kies een studie die je leuk vindt. Tausch: “Wanneer je niet gemotiveerd bent, heb je sneller de neiging om niet meer naar het college te gaan. Je ziet dat mensen die de colleges niet volgen, dan ook vaker het vak niet halen. Als je het leuk vindt is de kans groot dat je het goed gaat doen.” Lenders: “Ik heb plezier in wat ik doe, en dat geeft mij de motivatie om de tijd erin te stoppen.”

Jochem Tausch en Maxim Lenders