Vijf tips om succesvol samen te werken aan transities door Dr. Maurits Sanders

BST artikel Dennis Vink
Publicatiedatum: 28-10-2024

Nederland is in transitie. We werken aan een veilige samenleving, waarin een gezonde keuze de normaalste zaak van de wereld is en de bedrijvigheid in economische sectoren duurzaam en volhoudbaar is.

Om deze ambities te halen, zetten we volop in op nieuwe technieken en sociale innovaties. Dit brengt een dynamiek teweeg, waarin er steeds meer en steeds intensiever wordt samengewerkt tussen publiek en privaat, over maatschappelijke domeinen heen en met de samenleving.

Dr. Maurits Sanders, kerndocent van de module private en publieke samenwerkingen geeft vijf tips om hierin succesvol te opereren.

Tip 1: Wees selectief

Op allerlei grote maatschappelijke thema’s zijn er talrijke samenwerkingsverbanden actief. Vaak lijken deze allemaal relevant te zijn voor jouw organisatie. Je kunt het echter simpelweg niet bemannen om overal vertegenwoordigd te zijn. Het inrichten en aansturen van samenwerkingsverbanden kost namelijk veel tijd en energie. Daar komt nog eens bij dat er in het verband vaak ook om een actieve middeleninzet wordt gevraagd; kun je dat wel opbrengen en laat een dergelijke middeleninzet zich wel verbinden met de koers van jouw organisatie? Het is dan ook van groot belang om weldoordacht afwegingen te maken over de verbanden waaraan je al dan niet deelneemt. Zulke afwegingen kunnen ad-hoc worden gemaakt. Nog mooier is het als er een langjarige strategie aan ten grondslag ligt.

Tip 2: Wees je ervan bewust dat je de ander nodig hebt

Het is het meest efficiënt is om zelf strategieën uit te denken en ten uitvoer te brengen. Samenwerken is altijd suboptimaal. Een kenmerk van grote maatschappelijke vraagstukken is echter dat deze zich niet eenzijdig laten aanpakken. In de literatuur wordt dit een gebrek aan probleemoplossende capaciteit genoemd. Om die capaciteit te vergroten, ben je aangewezen op de middeleninzet van andere organisaties. Dit is de grondgedachte van samenwerken tussen organisaties en moet daarmee ook bepalend zijn voor de grondhouding van samenwerkende professionals. Dat betekent dat er voortdurend oog moet zijn voor de vraag of jouw samenwerkingspartner haar belangen in het verband kan verwerkelijken. Zolang dat het geval is, zal zij ook bereid zijn om een bijdrage te leveren aan het vergroten van jouw probleemoplossende capaciteit. Dit wordt ook wel belangenbemiddeling genoemd.

Tip 3: Weet welk belang je vertegenwoordigt

Om er voor te zorgen je de middeleninzet vanuit jouw organisatie kunt rechtvaardigen en dat die van de andere organisaties ondersteunend is aan jouw organisatiebelangen, moet je natuurlijk zelf wel een nauwkeurig en vastomlijnd beeld hebben van deze eigen organisatiebelangen. Dit wordt nogal eens vergeten. Bij ondernemingen gaat het dan om bedrijfseconomische belangen of strategische perspectieven. Bij overheden zijn er publieke belangen in het geding. Een dergelijk beeld is meestal niet voorhanden, maar moet worden geconstrueerd. Bijvoorbeeld door visiestukken, beleidsproducten en media-uitingen te raadplegen. Maar, natuurlijk ook door in gesprek te gaan met collega’s.

Tip 4: Ken je samenwerkingspartner door en door

Net zo goed als dat je een nauwkeurig en vastomlijnd beeld moet hebben van het eigen organisatiebelang dat bij samenwerken in het geding is, moet je ook weten hoe dit bij je partner zit. Hiervoor is al gesteld dat deze partner bereid is om aan de samenwerking bij te dragen, zolang er voor haar voldoende ruimte is om haar eigen organisatiebelangen te verwerkelijken. Het is dan ook van betekenis om dit belang goed in beeld te krijgen. Natuurlijk zal daarover aan de overlegtafel al informatie worden uitgewisseld. Nog mooier is het als dit beeld wordt verrijk met de informatie die al op papier staat, bijvoorbeeld met visiestukken, beleidsproducten en media-uitingen. Daar hoort voor mij ook bij dat er goed zicht is op de besluitvormingsprocessen die van invloed zijn op de middeleninzet van de partners in het verband. Omdat je op elkaar aangewezen bent, moet je elkaar tot slot ook wegwijs maken in elkaars organisatie. Niet alleen in de formele structuren, maar ook in de cultuur en het taalgebruik.  

Tip 5: Denk over organisatiemuren heen, zonder het eigen organisatiebelang uit het oog te verliezen

Samenwerken is een evenwichtskunst. Je moet je richten naar jouw partner en tegelijkertijd moet je het eigen organisatiebelang nooit uit het oog verliezen. Organisaties behouden namelijk hun eigen autonomie en identiteit in samenwerkingsverbanden. Dat betekent dat de samenwerking stopt zodra er geen belang meer is om deze voort te zetten. Om te voorkomen dat samenwerken “doormodderen” wordt, verdient het de aanbeveling om hierover vooraf na te denken en een strategie te bepalen. Heb je een exit-strategie? Wanneer stap je uit?

Bent jij betrokken bij maatschappelijke opgaven? Wilt je weten wat samenwerking tussen de publieke en private sector effectief maakt? De module Private en Publieke Samenwerking onderzoekt dit aan de hand van best practices, case studies en de ervaringen van gastsprekers.

De  module Private en Publieke Samenwerking is  onderdeel van de Modulair Executive MBA in Public & Private. Met deze MBA ontwikkel jij jezelf tot een professional die weet hoe je een sterke samenwerking tussen burgers, bedrijven en de overheid realiseert. Kenmerkend voor onze modules zijn het academisch niveau, de praktijkgerichte insteek, de flexibiliteit en de mogelijkheid om jouw netwerk binnen de publieke en private sector uit te breiden.

Gerelateerde opleidingen